PREAH KHAN


Stijl van Bayon, 1177-1230

Bouwer: Jayavarman VII (1181-1219).
Bouwjaar: 1191.
Lokatie: De Grote Rondweg begint bij de noordpoort van Angkor Thom. De tempel Preah Kahn ligt ten noordoosten daarvan. Vanaf de noordelijke ingang loopt een voetpad langs de tempel naar de oostelijke ingang.
Het derde klooster van Jayavarman VII, gebouwd ter ere van zijn vader, wordt Preah Khan (Heilig Zwaard) genoemd, naar het symbool van Cambodja.
Het is een van de grootste tempelcomplexen in Angkor en wordt beschermd door vier wallen. De toegangen hebben echter geen gezichtstorens.

Van west naar Oost loopt een weg naar de tempel, geflankeerd door stenen posten. De eerste wal meet 800 bij 700 m en is omringd door een brede gracht, waarlangs een groot aantal garuda de wacht houdt. Aan alle vier de zijden loopt, evenals in Angkor Thom, een Straat der Reuzen over de gracht.
Het toegangspaviljoen door de buitenste wal heeft drie passages, elk versierd met een taps toelopende toren waarop een dubbele kroon met lotusbladeren staat.
De middelste ingang was bestemd voor de olifanten. Alleen de beide zijingangen hebben buiten en binnen een portaal, waarin vroeger wellicht godenbeelden stonden. Binnen de muren loopt een weg door de jungle naar een terras dat voor een van de binnenste tempels ligt en is versierd met slangen en leeuwen. De wal om het centrale heiligdom, waarin een kleine stoepa staat, meet 175 bij 200 m en wordt onderbroken door vier toegangs-paviljoenen met rijkversierde por-talen.
De tweede hoge muur van lateriet heeft vier doorgangen, één in het midden van elke zijde. Hij is 83 bij 98 m en had een galerij, die niet bewaard is gebleven. Het centrale heiligdom en de bijgebouwen zijn overdadig versierd met beeldhouwwerk. Op de lateien, bas-reliëfs, timpanen, friezen en panelen zijn boeddhistische motieven en scènes uit Indiase epen afgebeeld, maar ook godinnen en danseressen.
In de noordelijke tempel zijn in de timpanen Shiva en Visjnoe herkenbaar. Opvallend is een twee verdiepingen tellend gebouw met ronde zuilen uit de 13de eeuw, in de noordoosthoek. Er is geen trap en het was wellicht een rijstopslagplaats.
De talrijke rondslingerende steenblokken van ingestorte monumenten, de welige vegetatie en de woudreuzen, die fotogeniek in de muren geworteld zijn, verlenen het tempelcomplex morbide charme.


(Klik op eender welke foto en je komt terecht in een fotoshow die de foto's van deze pagina weergeeft)


All pictures on this page are copyrighted.